Door de fractie van OGP is op 12 augustus aan het College van B&W opheldering gevraagd over de achtergronden van de keuze voor een ontwikkelaar voor het centrum van Den Hoorn. De toelichting aan de Raad is voor de OGP-fractie niet toereikend. De keuze is niet alleen ruimtelijk of financieel, maar gaat ook over welke toekomst met ziet voor winkels in Den Hoorn. Hoe worden deze zaken gewogen?
1. De samenstelling van de ‘jury’.
Het College heeft bij de besluitvorming advies gevraagd aan een ‘jury’.
Kunt u aangeven welke disciplines in deze jury vertegenwoordigd waren en wie de personen waren die deze disciplines vertegenwoordigden?
Is er een rol voor deze jury in het nu volgende uitwerkingsproces (en zo ja, welke)?
2. De elementen van weging.
Uit de toelichting van het College blijkt dat (naast de financiële) vooral ruimtelijke en economische argumenten een rol hebben gespeeld. De keuze voor ontwikkelaar Waaijer impliceert echter behalve ruimtelijke verschillen ook een keuze voor een ander ontwikkelmodel voor Den Hoorn. We noemen als voorbeelden het verschil tussen één of twee supermarkten, een introductie van een filiaalbedrijf van een landelijke keten in de kern, de mogelijkheid om een eigen (Cittaslow/Midden-Delfland) concept voor Den Hoorn te ontwikkelen etc.
Welke van deze elementen heeft u in de huidige keuze verwerkt en hoe zijn deze gewogen t.o.v. de ruimtelijke aspecten?
3. Detailhandel/non food
Er is volgens onderliggende rapporten over de centrumontwikkeling Den Hoorn en blijkens de uitlatingen van Hoornse ondernemers behoefte aan uitbreiding van winkeloppervlak buiten de supermarkten (detailhandel, non-food). De voorstellen van de twee ontwikkelaars verschillen op dit onderdeel nogal.
Welke rol heeft deze uitbreidingsbehoefte gespeeld in de door u gemaakt afweging?
4. Programma
Kunt u aangeven welke programmatische effecten de gemaakte keuze voor een model met twee supermarkten heeft voor de kern Den Hoorn?
Te denken valt aan het aantal benodigde parkeerplaatsen, de bijbehorende verkeersbewegingen en gewenste infrastructuur, de overblijvende behoefte aan winkeloppervlak voor bestaande en gewenste nieuwe winkels, dienstverleners etc.
5. Vervolg van de procedure
Hoe organiseert u het overleg-programma met de meest betrokken Hoornse winkeliers en bewoners in de komende maanden, waarin u met de door het College gekozen ontwikkelaar de centrumplannen nader uitwerkt?
Welke vorm van medezeggenschap geeft u de Hoornse belanghebbenden?