Bij de 1e stap naar de begroting 2021-2024 in de vorm van de nu voorliggende Kadernota is dit zinnetje voor OGP-Midden Delfland het meest kenmerkend: de keuzes die we moeten gaan maken gaan verder dan de eerstvolgende jaren en hebben impact voor “later”. Dat vraagt ook meer dan ooit een zorgvuldige afweging in wat we nog wel en niet kunnen.
Deze zin is ook de titel van een lied van het Klein Orkest waarin nog een andere alinea in voorkomt:
Ergens halverwege kijk je om en krijg je spijt
Levend voor morgen raak je nu je toekomst kwijt
In de boot genomen door de zilvervloot
Sparend voor later, ga je straks ook sparend dood
Van een zilvervloot is geen sprake: het is overduidelijk dat wij – en met ons vele gemeentes- ons door het Rijk in de boot genomen voelen doordat er geen extra gelden beschikbaar om onze taken in het sociaal domein goed uit te kunnen voeren. Laten we vooral niet vergeten dat daar de oorzaak ligt voor de financiële problemen die we nu het hoofd moeten bieden. En nee, aan sparen hoeven we helaas niet te denken.
En ja, later is allang begonnen: door nu te rigoureus te snijden breken we ook zaken af die niet snel meer te herstellen zijn. De opgave waar we voor staan is namelijk niet alleen het sluitend maken van de begroting maar juist met elkaar bepalen waar deze gemeente voor staat. Aandacht voor dingen die juist ook voor onze inwoners zo essentieel zijn: een landschap waarin je tot rust kan komen, een aanbod van kunst en cultuur die creativiteit, gevoel van historie en gemeenschapszin versterken. Niet alles kan, maar wat OGP betreft hebben we als raad een verantwoordelijkheid om ook deze zaken te blijven stimuleren. Ook al kan dit nu maar in beperkte mate.
We staan hierin niet alleen, vrijwel alle gemeenten sturen “brandbrieven” naar het Rijk. De provincie maakt zich als financieel toezichthouder eveneens hard voor een goede gezonde financiële basis om de opgedragen taken ook uit te kunnen voeren zonder dat dit betekent dat er gewoon niks anders meer kan. Zelfs vanuit de provincie wordt budget vrijgemaakt om culturele instellingen en initiatieven te blijven ondersteunen.
Niet alle financiële uitdagingen komen tegelijk en in gelijke mate. De kaderbrief bevat nu nog een aantal aannames over de vermoedelijke korting op het gemeentefonds, het effect van de Corona-crisis en de kosten voor beleidsontwikkelingen die ooit op ons afkomen. Onze oproep aan het college is om de komende maanden scherp te kijken naar verschillende scenario’s ipv alleen uitgaan van “worst-case”.
Ten aanzien van de verschillende onderdelen van de Kadernota, willen we het college nog de volgende zaken meegeven:
- We zijn blij met de inspanningen van het collega die zorgen voor grip op de kosten van onze dienstverlening. De inspanningen op sturing van onze middelen beginnen vruchten af te werpen. Dat geeft ook het noodzakelijke inzicht om kosten en opbrengsten van de dienstverlening dicht bij elkaar te brengen met als uitgangspunt diensten kostendekkend te verlenen. Ons verzoek aan het college is om dit de komende maanden verder te brengen. Bijvoorbeeld door de komende tijd met “een kam” door de legesverordening te gaan en deze daar waar nodig aan te passen.
- Het leggen van nadruk op preventie in het sociaal domein: om de kosten in het sociaal domein terug te brengen is wat ons betreft de goede weg. Het investeren in onze jeugd staat daarbij wat ons betreft op de 1e Als we er nu voor zorgen dat onze kinderen opgroeien in een veilige omgeving, zich met sporten en cultuur kunnen ontwikkelen en een sociale kring kunnen opbouwen, voorkomt dat straks hoge kosten voor jeugdzorg. Wij vragen het college met speciale aandacht hier naar te kijken.
- Onze bestemingsreserves vormen onze spaarpot voor zaken waarvan we in het verleden voorzien hebben dat we daar een investering in willen of moeten plegen. Echter, een aantal van deze bestemmingsreserves ligt al vele jaren “op de plank” zonder dat duidelijk is of de ooit beoogde bestemming ook in deze tijd nog noodzakelijk is. Vaak zijn deze relatief summier beschreven. We verzoeken het college om in de komende periode na te gaan welke reserves in welke mate nog noodzakelijk te zijn en dat ook in de begroting voor de komende jaren goed gemotiveerd op te nemen;
- Juist de afgelopen maanden is de waarde voor ons bijzondere landschap Niet alleen voor onze inwoners maar ook voor bezoekers en recreanten uit ons omringende steden die daarmee ook de ondernemers in ons gebied weten te vinden. Nu nog komen veel investeringen in ons landschap uit de IODS-gelden. Tegelijk moeten we nu vast gaan nadenken over het leven daarna. Hoe zorgen we ervoor dat we ook dan kunnen blijven investeren in ons bijzondere provinciale landschap. Het verder versterken van het merk “Puuur Midden Delfland” vinden wij vanuit dit oogpunt ook wenselijk: samen kan je meer voor minder.
- Ook de ambitie om de komende jaren de opgave om woningen te bouwen moet wat ons betreft hoog op de agenda blijven vanuit de noodzaak om onze gemeente en kernen levendig en vitaal te houden. Onze zorg zit in de beperkte beschikbare capaciteit in het ambtelijk personeel. Verzoek aan het college is om hierin tijdig aan de bel te trekken als we als raad daarvoor nieuwe mogelijkheden moeten faciliteren;
- De Subsidie lokaal onderwijsbeleid moet wat ons betreft blijven. Juist deze investering geeft scholen wat extra “lucht” om zorg voor leerlingen die dat nodig hebben ook te kunnen organiseren. Dat is broodnodige preventie!
- Tot slot: Hou investeringen in ICT Als er kant en klare en bewezen goed functionerende systemen zijn die met een kleine investering helpen om kosten te reduceren, prima! Grote trajecten en “op maat”.. niet doen.
Betoog van Niek Knaap in de raadsvergadering van 7 juli 2020.

Foto: OGP